13 jaar topsport en nu pas snap ik mijn beenslag

Afgelopen week had ik een doorbraak. Niet in een groot toernooi, een belangrijke race of met een prijsuitreiking. Nee, het gebeurde tijdens een training, gewoon in het zwembad in Amersfoort. Na 13 jaar topsport (met een pauze van 2,5 jaar tussendoor) begreep mijn lichaam iets nieuws. Mijn benen. Of beter gezegd: hoe mijn benen en armen eindelijk kunnen samenwerken bij de borstcrawl.

Nu moet je weten, ik heb jaren gezwommen “op mijn armen”. Mijn benen hingen erbij, bijna decoratief. Handig misschien, want ik heb last van jeugdreuma in mijn enkels, knieën en heupen en sparen leek daarom altijd logisch. Tot mijn coach Linda mij aan het denken én trainen zette. Een specifieke oefening en ineens klikte het. Ik wist: dit is het. Mijn beenslag had eindelijk aansluiting gevonden bij mijn borstcrawl.

Het was een moment van inzicht dat haast lachwekkend simpel voelde. Hoe had ik dit zolang niet begrepen? Tegelijk werd ik overweldigd door een gevoel van trots. Het liet me iets belangrijkers inzien: je bent nooit te oud om te leren (en ja, die knipoog hoort erbij).

In topsport gaat het vaak over perfectie. Over harder, sneller, beter. Over nieuwe records en medailles, want dat zijn de maatstaven van succes. Maar wat we niet vaak bespreken, is dat leren en verbeteren ook op kleinere vlakken gebeurt. Soms heel klein, zoals het vinden van ritme in een beenslag.

Dus hier is mijn kleine, persoonlijke overwinning van afgelopen week. Misschien geen gouden medaille, geen prime-time interview, maar wel een nieuw verhaal dat laat zien waar topsport écht over gaat. Over ontdekken, overwinnen en leren.

Zelfs als dat begint met een simpele beenslag 😉.

Vorige
Vorige

Een spoedcursus zwembadetiquette

Volgende
Volgende

De maatschappelijke waarde van topsport